Hoeve De Waddel
In 1625 is Hoeve De Waddel gebouwd door de familie Biem en heeft altijd als schapenbedrijf gediend. De naam komt van polder De Waddel. In 1728 werd een tweede vierkant aan de stolp gebouwd en ontstond een verlengde stolp. In 1994 is de hoeve gerestaureerd. Er is een fraaie opkamer met bedstee en daaronder een kelder, alles nog in gebruik. De Finse bakoven verwarmt het huis en in de winter kunnen er heerlijke ovenschotels en broden in gebakken worden.
De enige dochter van familie Biem trouwde met een zoon van de familie Dijt. Zij maakten van het bedrijf een grote schapenhouderij met veel aanzien. Vele generaties later, vroegen de toenmalige eigenaressen de ‘Dames Dijt’ Piet en Hanna Bakker rond 1980 om op De Waddel te komen boeren. Begin jaren 90 werd De Waddel met omliggend land verkocht aan Natuurmonumenten. Gezamenlijk werd er een pachtcontract geschreven waar de drie pijlers van het gebied ook weer een plek kregen: landschap, natuur en agrarische activiteit met schapen.
Piet († 2012) en Hanna († 2022) kregen 3 kinderen, Marjon, Rob en Jan-Willem. De laatste werd na zijn studie in 2000 vennoot en nam de boerderij in 2009 over.
Piet en Hanna Bakker
Texelse schapenkaas
Piet en Hanna starten in 1980, samen met Kees en Tineke Kikkert van boerderij De Kroontjes, met de productie van traditioneel Texelse, rauwmelkse schapenkaas. In die tijd werd er op Texel, het eiland dat ooit beroemd was om zijn schapenkaas, al tientallen jaren geen schapenkaas meer gemaakt. Gelukkig kon een oudtante van Piet nog precies vertellen hoe de kaas werd gemaakt. Er wordt nog steeds volgens dit recept/werkwijze kaas gemaakt op De Waddel.
Het Texelse schaap
Het beheer in dit gebied is voornamelijk gericht op het Texelse schaap, ook wel de ‘Texelaar’ genoemd. Dit ras bevat allerlei types, variërend van extreem bevleesd tot ranker en soberder. Het Texelse schaap dat op De Waddel graast, heeft zich in de afgelopen tientallen jaren goed aangepast aan de lokale omstandigheden. Ze is niet veeleisend en kan het hele jaar door buiten lopen. Bovendien heeft ze een hoge gezondheidsstatus en levert ze een gemiddelde productie van zowel melk als vlees.
Eendenkooi en geriefbosje
Bij de boerderij hoort een monumentale eendenkooi. Van oudsher werden hier watervogels gevangen en verkocht voor consumptie. We weten niet precies hoe oud de kooi is maar deze staat begin 1600 al beschreven. Jan-Willem is kooiker, maar vangt niet actief. Vrijwilliger Gerrit zorgt voor het onderhoud. In de eendenkooi groeit ook het fruit waar we jam van maken.
Het geriefbosje aan de Westergeest hoort ook bij de boerderij. Hout uit dit bosje werd altijd al gebruikt om kachels te stoken en mee te timmeren. Dat doen wij nog steeds. Het hout dat we gebruikten voor het automatenhokje komt van het bosje.
Icoonlandschap de Hoge Berg
Schapenbedrijf De Waddel is gelegen op het oudste gedeelte van Texel; de Hoge Berg. Dit is de hoogste plek van een stuwwal uit de voorlaatste ijstijd. De keileemstuwwal steekt boven het landschap uit en, ook al is de ‘berg’ maar vijftien meter hoog, vanaf de veerboot kun je de Hoge Berg al zien. De eerste sporen van bewoning op Texel (8000-4.500 voor Christus) werden hier gevonden. Het hogere land bood mensen bescherming tegen het opkomende zeewater.
Het Hoge Berggebied is door schapenboeren ingericht met de voor het oude land zo karakteristieke tuinwallen, schapenboeten en kolken. Tussen Den Burg en Oudeschild is het landschap sinds 1968 beschermd: de tuinwallen mogen niet weggehaald worden en de kolken niet gedempt. Wij houden van dit landschap en voor ons is het vanzelfsprekend om er goed op te passen. Met natuur-inclusieve, circulaire akkerbouw en schapenhouderij houden we het icoonlandschap in stand.
De tuinwallen zijn in de tweede helft van de 16e eeuw aangelegd door graszoden op elkaar te stapelen. In het glooiende landschap kon je geen sloten graven, en omdat er op het eiland weinig bomen groeiden, was hout voor hekken schaars. De tuinwallen zijn wat droger en de grond is armer. Daardoor hebben vooral de oude tuinwallen een bijzondere vegetatie. Zo groeien er grasklokjes, muizenoortjes en zandblauwtjes op. Scholeksters broeden er bovenop, de zeldzame noordse woelmuis en de Texelse zwarte bij voelen zich er thuis en de lammetjes liggen graag in de beschutting van een tuinwal.
In vrijwel elk weiland op en om de Hoge Berg zie je wel een kolk: een poel met zoet water voor het vee. Het regenwater zakt er niet in weg doordat de ondergrond uit keileem bestaat. In de kolken groeien soms bijzondere waterplanten, zoals drijvend fonteinkruid en fijne waterranonkel. Er komen ook kleine watersalamanders, rugstreeppadden en kikkers voor en de schapen vinden er hun drinkwater.
Schapenboeten
De eerste schapenboeten werden in de 17e eeuw gebouwd. Ze werden vooral gebruikt als opslagplaats voor hooi en voerbakken. Bij regenachtig weer waait de wind op Texel meestal uit het westen. Op deze manier gebouwd is de rechte kant van de boet vaak een luwe plek. Fijn voor de schapen bij ruig weer!
Dieper de materie in
We kunnen enorm uitweiden over onze manier van werken en … dat doen we bij deze
We strooien geen kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen. De ruige stalmest uit de lammerij wordt over het land verspreid en zorgt daar voor veel leven. De meeste percelen worden nooit geploegd en mede daardoor bevatten de oude weilanden een veelzijdige, aan het gebied aangepaste verscheidenheid aan grassen en kruiden. Vlinderbloemigen, zoals klavers, zorgen voor stikstofbinding uit de lucht. We gebruiken veel natuurlijke geneesmiddelen. Daarnaast fokken we met schapen die vitaal zijn en richten we ons niet op maximalisatie van productie.
Weidevogels krijgen alle ruimte om te broeden op het kruidenrijke grasland. Gedeeltes van percelen worden pas laat gemaaid zodat de jonge vogels een schuilplek hebben. Nesten van weidevogels worden in het voorjaar opgespoord en beschermd. Bij het beheren van de weilanden houden we zoveel mogelijk rekening met nesten en jonge vogels.
Op het hoge gedeelte van het Hoge Berggebied creëerden boeren en natuurbeschermers een corridor voor insecten door percelen en stroken land ruig en bloemrijk te houden. Door deze stukken land niet te laten begrazen en maaien, is er het hele seizoen nectar en stuifmeel te vinden voor de insecten. Bovendien vormen deze stroken een plek voor insecten die overwinteren in ongemaaid gras.
De vele kruiden in het grasland zijn enorm gezond voor de schapen. Van nature weten zij wat goed voor hen is en doordat er zoveel variatie is aan kruiden en grassen, kunnen zij precies datgene eten wat ze nodig hebben. Op hun beurt dragen de schapen ook bij aan de hoge natuurwaarden. Zij vreten bijvoorbeeld de grassen weg en bieden kruiden daardoor de ruimte om zich later in het seizoen te ontwikkelen. Ook voor de weidevogels zijn de schapen van belang. Scholeksters bijvoorbeeld zie je de hele dag door schapenkeutels omkeren om wormen voor hun jongen te vinden.
Rondom De Waddel proberen we zoveel mogelijk zoet water vast te houden door sloten op te stuwen. Dit heeft voordelen voor de weidevogels omdat er op deze manier een hogere voedselrijkdom ontstaat. Voor de schapen heeft dit het voordeel dat er in droge periodes altijd nog percelen begraasbaar zijn.